Belgische supermarkten zijn de koplopers op Facebook

Social media bureau Talking Heads onderzocht in samenwerking met Engagor het gebruik van sociale media door de Belgische retailsector. Een primeur in België, want dergelijk onderzoek werd nog niet gevoerd. Dit Belgische onderzoek wordt opgebouwd rond de 5 retailsectoren (Food, Elektronica, Mode, Drogmetica en Entertainment). Daarin wordt telkens de aanwezigheid op sociale media van de 5 grootste winkelketens geanalyseerd (bv. Delhaize, Media Markt, JBC, Ici Paris XL of Decathlon).

post-image-3

Algemeen gezien gebruikt de Belgische retailer verschillende sociale netwerken en kan daarmee gemiddeld 37.700 fans, volgers en abonnees bereiken. Facebook zorgt bij alle winkelketens voor het grootste bereik, en is ook het meest gebruikte kanaal. 64% van de retailers is ook actief op YouTube en 60% zet Twitter in als communicatiekanaal. De Belgische supermarkten steken er met kop en schouders bovenuit als het gaat om aantal fans en het engagement van die fans.

Die foodsector wordt op sociale media gedomineerd door Lidl, die sterk inzet op groei (148.696 fans op Facebook) en interacties met zijn fans. De Lidl-fans kunnen bijvoorbeeld samen beslissen welk product er volgende week in promotie zal staan. Een sterke strategie die ervoor zorgt dat Lidl de grootste share of voice (het marktaandeel op social media) heeft: 66% van alle interacties gaan over het Duitse merk.

Ook Delhaize en Carrefour doen het met elk 80.000 fans zeer goed, maar kunnen niet hetzelfde engagement van de fans halen zoals Lidl. Ook de elektronicasector ligt de focus op Facebook. Fnac en Vanden Borre hebben echter besloten om hun Facebookprikbord af te schermen voor spontane vragen of opmerkingen van hun fans. Zij stellen zich dus niet open voor support en vragen van hun klanten, een gemiste kans. “Klanten zullen steeds hun klachten meedelen en dat is ook hun recht. het houdt onze medewerkers en zelfs leveranciers scherp” zegt Pieterjan Rynwalt van Lidl.

De internationale modemerken laten een lokale aanwezigheid links liggen. H&M heeft bijvoorbeeld geen Belgische fanpagina, maar kan wel meer dan 200.000 Belgische fans bereiken via de internationale Facebookfanpagina. Binnen de lokale aanwezigheden is modeketen Veritas zowel op Twitter en Facebook de grootste en kunnen ze hun fans en followers doen intrageren. Ook Schoenen Torfs scoort goed wat betreft het engagement van de fans. Barbara Torfs: “Via sociale media willen we graag een gezicht geven aan ons bedrijf, maar elk kanaal heeft zo zijn eigen aanpak”.

Ook binnen het segment van de drogmetica is er een verschil tussen het aantal fans en wat het merk met die fans doet. Ici Paris XL en Yves Rocher kunnen elk 50.000 fans verzamelen, maar het is Kruidvat die op het meeste engagement kan rekenen. Dankzij hun breed productaanbod kunnen zij ook een brede contentmix aanbrengen.

De entertainmentretailers laten zich kenmerken door een multimediale strategie. Ze proberen de consumenten te bereiken via zo veel mogelijk kanalen, al blijft het Facebook waar de meeste fans verzameld zijn. Sportwinkel Decathlon springt eruit en bereikt via Facebook meer dan 60.000 fans. De specifieke content kan de fanbasis van Game Mania het meeste engageren, maar ook hier is de Facebookwall afgesloten voor vragen of opmerkingen.

De grootste sector op social media is dus die van de supermarkten, de kleinste is de elektronicasector. Opvallend is dat er enorm veel wordt ingespeeld op promoties en acties en dat de food-en modesector meer visibiliteit en interactie krijgen door het gebruik van gesponsorde updates. Directe verkopen worden nog niet vaak gegenereerd via sociale media, maar de Belgische retailsector heeft alvast begrepen dat een aanwezigheid uitbouwen goed is voor het merkimago.

Het volledige rapport kan je downloaden via deze link: `retail en sociale media: kassa kassa of werk aan de winkel?`

Back to top button
Close
Close