De Belgen en het internet: een complete analyse

Wie nieuw jaar zegt, zegt statistieken bij de vleet. En 2016 ontsnapt niet aan die regel. Cijfers over de gewoonten en de gedragingen van de internauten op het internet en de sociale netwerken voor Engelstalige landen zijn er genoeg. Maar cijfers over de Belgische micromarkt zijn eerder zeldzaam. Daarom deze opheldering.

post-image-3

België,  dat betekent dat ongeveer 85% een internaut is en dat iets meer dan 50% van de bevolking actief is op de sociale netwerken, waarvan 78% via het mobiele toestel. Dat zijn de eerste conclusies die je kan trekken uit de Belgische big picture die het agentschap We Are social verleden maand verspreidde.

Analyseren we het internetverbruik van de Belgen - en onder "Belgen" verstaan wij in de rest van dit artikel volwassen Belgen online, tussen de 16 en 64 jaar - wat dieper, dan kunnen er heel wat conclusies getrokken worden.

Hierbij noteren we dat het tevens relevant geweest was om ook de groep +64 te bestuderen. De tijd die zij als gepensioneerde hebben maakt van hen kwalitatieve statistieke onderwerpen. Facebook telt immers 390.000 mensen in deze categorie in België.

Verbruik van traditionele media nog altijd goed verankerd
De Belgen besteden meer tijd aan de zogenaamde traditionele media-activiteiten dan aan die online, wat van ons land een van de zeldzame markten maakt waar de activiteiten op het internet achterop hinken op het verbruik van historische media.

Gemiddeld besteden de Belgen elke dag 5,58 uur aan het gecombineerd gebruik van tv, radio, geschreven pers en videogames, tegenover 4,21 uur doorgebracht online.

Met een gemiddelde van 2,5 uur tv-kijken per dag, moet hieraan toegevoegd worden dat 2/3 van de Belgische internauten bevestigt onlangs aan second-screening gedaan hebben terwijl hij tv keek, wat van dit gedrag een bij ons breed verspreide praktijk maakt.

Internationaal is het het mobiele toestel dat de dualiteit van de relatie tv/tweede scherm domineert, en dat sinds 2013. De overgang verloopt trager in België.

Van de opkomst van het mobiele toestel tot aan de hyperconnectiviteit
Sommige critici zien in de afhankelijkheid van het individu van technologie een moderne vorm van slavernij en van overdreven assistentie. Anderen verdedigen de opportuniteiten van individuele en collectieve emancipatie die eruit voortvloeien. Ze bestaan allebei, en het is eenvoudig om vast te stellen dat de ICT (Informatie- en Communicatie Technologieën) onze benadering van de wereld en onze manier om in de maatschappij te communiceren grondig gewijzigd hebben.

In België beschikt 61% van de 16- tot 64-jarigen nu over een smartphone, en 55% maakt met zijn mobiele toestel verbinding met het internet. In tegenstelling tot andere landen, waar het gebruik van het mobiele toestel dat van de PC/ laptop voorbijgestoken heeft als belangrijkste bron voor consumptie van het internet, is het bij ons nog altijd 91% dat via deze weg het internet opgaat.

Het bezit en gebruik van een PC/ laptop en van een smartphone domineren weliswaar, maar er zijn toch ook bijna 5 Belgen op 10 die een tablet hebben. Slechts de 16- tot 24-jarigen zijn nooit gevallen voor dit toestel. Wat het gebruik van zogenaamde "smart things" betreft, dat blijft marginaal bij ons.

Het mobiele toestel: aanvullend, geen vervanger
Het nog altijd beduidend gebruik van PC`s/ laptops tegenover de opkomst van het mobiele toestel, toont aan dat de Belgen niet noodzakelijkerwijze andere toestellen in de steek laten ten gunste van het mobiele toestel. De smartphones moedigen de mensen eerder aan om meer tijd online door te brengen dan vroeger. Hierdoor brengen de Belgen gemiddeld bijna één uur per dag op het internet door.

Men moet hier echter het verschil vermelden bij de verschillende leeftijdsgroepen als het gaat om de tijd die zij via het mobiele toestel online doorbrengen. De 16- tot 24-jarigen brengen er bijna twee uur per dag door, en de 55- tot 64-jarigen minder dan een half uur.

Adblockers en privacy
Men kan niet over connectiviteit spreken, zonder het ook over deze twee hot items te hebben.

In België maakt bijna 25% van de internauten gebruik van adblockers. Nog interessanter is de impact van dit gebruik bij jongeren: 47% van de Belgische gebruikers tussen 16 en 24 jaar blokkeert de online reclame, bijna één volwassenen op twee dus.

De zeer hoge raad van adoptie van adblocking-diensten door de jongere leeftijdsgroepen zorgt er wel voor dat  de adverteerders zich voortdurend moeten vernieuwen. Het internet in 2016 is "too fast too furious" om ook maar iemand toe te laten op zijn lauweren te rusten.

Wat de maatregelen betreft die de Belgen nemen om hun privacy te beschermen, is de populairste tactiek momenteel het wissen van de cookies, om zo te verhinderen dat de sites zich de bezoeker  kunnen herinneren, en bij uitbreiding ook om een halt te kunnen toeroepen aan  reclame en andere content die specifiek naar hen gericht is.

En wat met de sociale netwerken?
Het gebruik van de sociale netwerken blijft een zeer populaire activiteit in België: 85% van de Belgische internauten zegt lid te zijn van minstens één platform, waarvan 60% er ook actief is. De gemiddelde duur van het dagelijks gebruik van de sociale netwerken door de Belgen, alle leeftijden dooreen genomen,  bedraagt 1u25.

Alhoewel dit niet zo duidelijk afgetekend is in België als op andere markten, kan men ook bij ons een trend voor het multi-networking vaststellen. Gemiddeld hebben de gebruikers accounts op ongeveer drie sociale netwerken. Het actieve gebruik is echter veel meer beperkt tot één netwerk.

Buiten het nut van de sociale netwerken om in contact met zijn vrienden te blijven, het belangrijkste motief voor hun gebruik, is het hun functie als time-fillers (een voor zich sprekende Engelse term) dat het tweede belangrijkst motief is (35%), aangehaald door de Belgische internauten. De sociale netwerken zijn in de eerste plaats een plek voor ontspanning, maar dienen ook om een leegte op te vullen, een psychologisch antwoord op de verveling en de FOMO, een Engels acroniem voor de "Fear of Missing Out", de angst om iets te missen.

Daarentegen is er slechts 12% die als motief voor het gebruik van de sociale netwerken het delen van zijn mening opgeeft. Deze indicator vertaalt de trend van een steeds passievere vorm van gebruik van deze sites. Heel wat internauten gebruiken en bezoeken de sociale netwerken - en neen, de zeepbel is nog niet gebarsten, in tegenstelling tot wat sommigen zeggen - zonder actief eraan bij te dragen. De verslavende aard van deze platformen blijft ondanks alles zijn retentierol spelen.

Een steeds passiever gebruik van Facebook
Begin februari vermeldde Facebook 6,2 miljoen leden in België, geen rekening houdend met dubbels en valse accounts.

Het verschil tussen het aantal Belgen ingeschreven op Facebook, en het aantal dat de site bezoekt, is klein, maar de trend tot de eerder vermelde passiviteit tekent zich duidelijk af. 77% van de Belgen bevestigt immers lid te zijn van Facebook, doch gemiddeld zegt slechts 43% actief te zijn op het sociale netwerk. Dit cijfer stijgt weliswaar tot 58,2% bij de 16- tot 24-jarigen, bij de 25-tot 34-jarigen is het slechts 45,5% en bij de 35- tot 44-jarigen slechts 41,4%. Het daalt vervolgens naar 37,4% voor de 45-54 en 35,6% voor de 55-tot 64-jarigen.

Deze trend tot  passieve consumptie van het netwerk van Palo Alto geldt ook internationaal. Is dit het gevolg van de zinledigheid van bepaalde content die doorheen de mazen van een verstikkende information-overload geduwd wordt? Dat is een ander debat.

Concentreert men zich specifieker op het gedrag van de internauten, dan is het de actie van het "vind ik leuk" die in België overheerst, en die Atlas toelaat om beter de persoonlijkheid, het gedrag en de verwachtingen van de internauten af te bakenen om de adverteerders te kunnen dienen.

De passiviteit van het gebruik van Facebook laat zich ook rechtstreeks meten in de acties van de gebruikers van dit sociale netwerk. Waar de Belgen geneigd zijn om te liken, commentaar te geven en content te delen, dan zijn er veel minder die foto`s (32%) en statussen (30%) posten. Het lezen van artikels (53%) en het volgen van het nieuws (48%) blijken daarentegen twee succesvolle manieren om content te consumeren. Opnieuw een trend die ook op andere markten opgemerkt wordt.

Facebook lijkt kortom een plek te worden waar de internauten eerder geneigd zijn het leven van anderen te volgen, dan het hunne te delen.

Over het algemeen genomen zijn de personen en organisaties die de internauten het meest waarschijnlijk gaan volgen op de sociale netwerken de merken en de media.

Twitter en LinkedIn ver achter Facebook
Bruno Peeters, expert in sociale media bij de bank Belfius, maakte verleden maand op zijn blog BVLG gewag van  2,76 miljoen Belgische leden op LinkedIn (+16% in een jaar tijd), wat strookt met de laatste geraamde statistieken van GlobalWebIndex en Statista, die rond de 2 miljoen draaien. Wat Twitter betreft, daarvan bestaan geen precieze cijfers.

Eén trend kan men echter in het eerste trimester 2015 van dit trio opmerken: slechts 1/4 van de Belgen heeft zich als lid ingeschreven op twee netwerken (resp. 25% voor LinkedIn en 26% voor Twitter). En minder dan de helft van deze gebruikers maakt er actief gebruik van: slechts 10% van de Belgen is er actief.

In vergelijking met het membership van Facebook betekent dit dat ongeveer 50% van de geconnecteerde Belgen momenteel enkel lid is van het sociale netwerk van Mark Zuckerberg. Er bestaat weliswaar geen directe statistische correlatie met de actieve Belgische bevolking, maar het is overduidelijk dat een groot aantal professionals nog altijd het potentieel van deze twee sociale netwerken verwaarloost.

Wat Twitter betreft zijn de gebruikers, op vlak van gedrag, net zoals bij Facebook, vooral geneigd om in te loggen en niets te posten. Deze "logged out" en de passiviteit bij het gebruik zijn kritische punten, gekend bij de microblogging site. Het gebruik van de site door de Belgen is dan ook eerder dat van een informatieplatform: 30% van de actieve Belgische gebruikers zegt recent een nieuwsbericht op de site gelezen te hebben.

Een interessant feit: de suprematie van het lidmaatschap van Instagram boven dat van Twitter wordt op de Belgische markt niet bevestigd. Twitter telt meer leden en wordt meer gebruikt dan het netwerk met afbeeldingen van Facebook.

En de anderen?
Het zal niet verbazen dat YouTube erg populair is - 69% van de Belgen raadpleegt het, waarvan een deel zonder lid te zijn - en het is interessant te noteren dat 13% van de Belgen zegt actief gebruik te maken van Google+, waarmee het Twitter, LinkedIn en Instagram achter zich laat.

Laat ons dit artikel besluiten met eer te betuigen aan het goede oude Belgische Netlog, het Facebook "avant la lettre": er is nog altijd een nostalgische 1% van de internauten die zegt actief gebruik ervan te maken.

Door Denys Malengreau (Reputation 365, www.reputaton365.eu)

http://www.twitter.com/D_MLG











 

Back to top button
Close
Close