Als er een beperking moet komen van deze nieuwe diensten op het internet, dan moet dat gerechtvaardigd zijn en moet er rekening gehouden worden met het algemeen belang, zo leest men in dit document.

"Een activiteit totaal verbieden is een laatste redmiddel, dat enkel toegepast mag worden in gevallen waar er geen enkele andere minder beperkende maatregel genomen kan worden in het algemeen belang", zo herinnert de Commissie eraan.

In het geval van de sites voor het huren van appartementen zoals Airbnb meent de Commissie dat het verbod op verhuringen op korte termijn "moeilijk te rechtvaardigen lijkt". Zij meent dat het beter zou zijn om een limiet vast te leggen op het maximum aantal dagen dat appartementen verhuurd mogen worden.

Uber en Airbnb worden vaak verboden of erg beperkt in sommige steden waar zij beschuldigd worden van oneerlijke concurrentie voor taximaatschappijen en hotels. Op 1 mei jongstleden hebben de overheden in Berlijn uiterst strenge maatregelen getroffen tegen Airbnb, zeggende dat 95% van de aanvragen van eigenaars om te mogen verhuren voor perioden van korte duur, afgewezen zouden worden.

Meer dan 500 bezwaren werden ingediend tegen de bepalingen van deze nieuwe wet. Justitie in Berlijn zal op 8 juni het bezwaar behandelen dat ingediend werd door Wimdu, de Duitse concurrent van Airbnb.

Uber van zijn kant meent dat hij eerder een puur gedematerialiseerde dienst is, die chauffeurs en passagiers met elkaar in contact brengt, dan een vervoersmaatschappij. Indien die laatste kwalificatie weerhouden wordt, dan zou Uber zich moeten onderwerpen aan veel strengere en moeilijkere regels, onder andere wat de kwalificatie betreft van de chauffeurs en de verzekering.

Het Europees Hof van Justitie zal in de loop van dit  of volgend jaar moeten zeggen of Uber een vervoersmaatschappij is of een internetdienst.

(via Reuters)